De wereldwijde medicijnenmarkt was in 2013 goed voor een omzet van 639 miljard dollar (tegenover iets minder dan 200 miljard dollar in 1990). Dat is een stijging van 4,5% ten opzichte van 2012. In 2014 verwachtte de farmaceutische industrie zelfs een wereldwijde groei tot 1,3 biljoen dollar in 2018. Een aanzienlijk deel van deze groei wordt verwacht in de "phamerging markets".
De geneesmiddelenindustrie steekt zelfs de lucratieve oliesector naar de kroon, met winstmarges die variëren van 10% tot 43%. Dat betekent dat één tiende tot zelfs de helft van de inkomsten van de farmaceutische bedrijven pure winst zijn! In 2013 boekten de tien grootste farmaceutische bedrijven ter wereld samen meer dan 100 miljard dollar winst… Daarvan investeerden ze minder dan 66 miljard dollar in R&D.

Is het normaal dat de geneesmiddelenindustrie op dezelfde manier wordt beoordeeld als olie en vastgoed? Neen! De markt van gezondheidsproducten is een atypische markt, en wel om twee redenen:

  • Gezondheidsproducten zijn geen consumptiegoederen zoals gsm’s of kleding. Het zijn producten die een rechtstreekse impact hebben op onze gezondheid. Ze gaan, met andere woorden, letterlijk over leven en dood.
  • De solvabiliteit van de markt voor medicijnen (dat wil zeggen, het feit dat er geld is om medicijnen te kopen) is verzekerd. Hier bij ons in het noorden is het de enige industrie waarvan solvabiliteit wordt verzekerd door belastinggeld. Bij gewone consumptieproducten is dat niet het geval.

Een markt zo atypisch als deze zou terecht door de overheid gereguleerd moeten worden. En toch stelt de pharmaceutische markt zich boven de wetten van de markt. Dit kan zo niet langer.