Sofosbuvir (Sovaldi®) is een medicijn tegen hepatitis C dat, in combinatie met andere moleculen, in 90% van de gevallen doeltreffend is. In België kost sofosbuvir officieel 43.434 euro voor elk van de 75.000 patiënten die drager zijn van het virus. Dit voor een behandeling van 12 weken (de minimale behandelingsduur).

Sofosbuvir (Sovaldi®) is een schoolvoorbeeld van de scheefgetrokken verhoudingen tussen de geneesmiddelenindustrie en het zorgsysteem. De verkoopprijs ligt in België op 517 euro per tablet. Dit heeft het medicijn in het ziekenhuismilieu de bijnaam ‘iPhone-pil’ opgeleverd. De productiekost voor het geneesmiddel bedraagt naar schatting slechts 75 tot 90 euro per behandeling van 84 tabletten. Als alle dragers van het virus met dit medicijn behandeld zouden worden, zou het bedrijf dus meer dan 3 miljard euro winst kunnen maken.

Het is de eerste keer dat er zo’n groot verschil optreedt tussen de verkoopprijs van een medicijn en de echte productiekost. Daardoor is het ook de eerste keer dat we objectief kunnen vaststellen welke logica er wordt gebruikt bij het bepalen van de prijs : de logica van het pure winstbejag. De directie van het bedrijf Gilead leiders heeft duidelijk het maximum willen halen uit wat ze dachten dat landen zouden willen betalen voor dit medicijn. De Amerikaanse Senaat wist dit na 18 maanden onderzoek te bewijzen en publiceerde haar conclusies in een rapport van december 2015.

Sinds sofosbuvir (Sovaldi®) eind 2013 op de markt kwam, heeft het een omzet gehaald van 15,7 miljard dollar. Dat komt neer op een kost van $ 1.000 per tablet - een prijs die nooit eerder door een geneesmiddel bereikt werd.

Op basis van de verkoop van sofosbuvir, in combinatie met ledipasvir (Harvoni®), boekte Gilead alleen al in 2014 een nettowinst na belastingen van 12,1 miljard dollar. Een bedrag dat bijna gelijk staat aan de totale R&D-uitgaven van het bedrijf in de 11 voorafgaande jaren 2003 tot 2013.